Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Financieel overzicht

Zomer 2021 zijn de risico's geïnventariseerd. In de volgende tabel staat de top 10 van risico's met de grootste financiële impact, gerangschikt op percentage van invloed.

Nr

Risico

Kans

Financieel gevolg maximaal

Invloed

1

Claims als gevolg van juridische procedures.

50%

€ 4.000.000

23.24%

2

Sociaal Domein Jeugdzorg: Beperkte sturingsmogelijkheden op budgetten. De zorgbehoefte en daaraan gerelateerde kosten kunnen hoger uitpakken door een mogelijke toename van de zorgvraag, de complexiteit daarvan en de beperkte invloed op externe verwijzers naar Jeugdzorg.

70%

€ 1.000.000

14.22%

4

Er wordt onvoldoende invulling gegeven aan de wettelijke regels met betrekking tot de beveiliging van persoonsgegevens en informatiebeveiliging.

50%

€ 2.000.000

8.92%

6

Sociaal Domein Participatie: Beperkte sturingsmogelijkheden op de kosten van uitkeringen en bijzondere bijstand. Doordat het gaat om open einderegelingen staat op voorhand niet vast in welke mate er een beroep op zal worden gedaan. Verlaging inkomsten sociale werkvoorziening als gevolg van Corona. Verhoging van de instroom in uitkeringen als gevolg van Corona. Verhoging instroom schuldhulpverlening als gevolg van Corona.

50%

€ 700.000

4.07%

8

Programma Rivier in de stad (RIDS): onvoorziene problemen bij de uitvoering van het project IJsselkade. Materialen zoals klinkers, staal en overige bouwmaterialen worden steeds duurder.

30%

€ 750.000

2.66%

10

Een vereniging of instelling kan niet meer voldoen aan de betalingsverplichting voor rente en aflossing van de lening waarvoor de gemeente een garantie heeft afgegeven.

10%

€ 1.500.000

1.75%

Totalen

Totaal maximaal financieel gevolg top 10 risico's:   € 11.430.000
Totaal maximaal financieel gevolg overige risico's:   €   9.215.000

Totaal maximaal financieel gevolg alle risico's:      € 20.645.000
De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige risico-inventarisatie (voor de jaarrekening 2020) zijn:

  • Het maximaal financieel gevolg van het risico onder nummer 2 ( Sociaal Domein: Jeugdzorg) is verhoogd naar van € 800.000 naar € 1.000.000 omdat we een stijging zien van complexe aanvragen die gepaard gaan met hogere kosten.
  • Het maximaal financieel gevolg van het risico onder nummer 3 (Sociaal Domein: Wmo) is verlaagd van € 800.000 naar € 700.00 omdat de negatieve effecten van Corona minder groot zijn dan eerder werd ingeschat.
  • Het kanspercentage van het risico onder nummer (beveiliging van persoonsgegevens en informatiebeveiliging) is verlaagd van 60% naar 50% omdat er in 2021 aanvullende beheersmaatregelen worden getroffen. Medewerkers worden verplicht om deel te nemen aan een bewustwordingsopleiding en er wordt een ISMS-systeem (Information Security Management System) ingevoerd dat zorgt voor grip en sturing op persoonsgegevens en informatieveiligheid. Daarnaast is de organisatie versterkt door functies, rollen en verantwoordelijkheden duidelijk te beleggen. De functies van privacy officer en ENSIA-coördinator zijn ingevuld.
  • Het maximaal financieel gevolg van het risico onder nummer 6 (Sociaal Domein: Participatie) is verlaagd van € 800.000 naar € 700.00 omdat de negatieve effecten van Corona minder groot zijn dan eerder werd ingeschat.
  • Bij het risico onder nummer 8 (Programma RIDS) zien we als nieuw risico een prijsstijging van materialen. Het programma RIDS vordert gestaag, wat op zich een reden kan zijn om het risico op onvoorziene problemen bij de uitvoering lager in te schatten. We zien echter ook dat de prijzen van materialen zoals klinkers, staal en overige bouwmaterialen stijgen. Daarom zijn het kanspercentage en het maximaal financieel gevolg niet aangepast ten opzichte van de vorige risico-inventarisatie.

Benodigde weerstandscapaciteit

Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie doen we omdat het reserveren van het maximale bedrag van € 20.645.000 ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Het is voor 90% zeker dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 6.595.523.  Dit is dan ook onze benodigde weerstandscapaciteit.
De benodigde weerstandscapaciteit is met € 205.419 gedaald. Bij de vorige risico-inventarisatie bedroeg de benodigde weerstandscapaciteit namelijk € 6.800.942.

Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen die we hebben om de risico's in financiële zin af te dekken. De berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit is gebaseerd op de stand per 1 januari 2022.

Beschikbare weerstandscapaciteit

(bedragen * € 1)

Raming voor onvoorzien

€ 141.000

Totaal beschikbare weerstandscapaciteit

€ 10.184.919

*Het niet geblokkeerde deel van de reserve exploitatieresultaten grondzaken is reeds in mindering gebracht op de risico’s van de grondexploitaties.

Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Om te bepalen of het weerstandsvermogen voldoende is, moet de relatie worden gelegd tussen:

  1. de financieel gekwantificeerde risico's en
  2. de daarbij de gewenste en de beschikbare weerstandscapaciteit

Onderstaande figuur laat de relatie zien:

Risico's

Weerstandscapaciteit

Bedrijfsproces, Financieel

Algemene reserve

Letsel / Veiligheid

Raming voor onvoorzien

Materieel, Milieu

Reserve exploitatieresultaten grondbedrijf

Personeel / arbo

(niet geblokkeerd deel)

Product

Weerstandsvermogen

Ratio weerstandsvermogen

Als we de benodigde weerstandscapaciteit, die uit de risicosimulatie voortvloeit, afzetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit, ontstaat als uitkomst de volgende ratio:  

Onderstaande normtabel biedt een waardering van de berekende ratio. De normtabel is ontwikkeld door Naris in samenwerking met de Universiteit Twente. De formele ratio van onze gemeente valt per 1 januari 2022 in klasse B. Dit duidt op ruim voldoende. Volgens het beleid moet het weerstandsratio minimaal 1,5 zijn.

Normtabel

Waarderingscijfer

Ratio

Betekenis

B

1.4-2.0

Ruim voldoende

D

0.8-1.0

Matig

F

<0.6

Ruim onvoldoende

Verloop van de ratio

Onderstaand figuur laat het verloop zien van de ratio weerstandsvermogen en de -capaciteit.

Toelichting bij de X-as (horizontale as): deze as is opgesteld op basis van de chronologische volgorde van het maken van het gemeentelijk risicoprofiel. Dus in het kalenderjaar 2018 maken we in het voorjaar het risicoprofiel voor de jaarrekening 2017 (R2017) en in het najaar het risicoprofiel voor de begroting 2019 (B2019). In het voorjaar van 2019 maken we het risicoprofiel voor de jaarrekening 2018 (R2018) en in het najaar maken we het risicoprofiel voor de begroting 2020 (B2020). In chronologische volgorde wordt het dan R2017, B2019, R2018, B2020 et cetera.

Verplichte financiële kengetallen

Financiële kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting/jaarrekening of de balans en kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie van de gemeente. Gemeenten zijn verplicht onderstaande financiële kengetallen op te nemen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Bij ministeriële regeling is vastgesteld hoe de kengetallen worden berekend en hoe deze in de begroting en jaarrekening moeten staan.

Kengetal

Jaarrek.

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Netto schuldquote

69%

101%

81%

88%

85%

79%

Solvabiliteitsratio

21%

14%

20%

19%

21%

23%

Structurele exploitatieruimte

2%

-1%

1%

1%

1%

2%

Belastingcapaciteit

94%

100%

100%

100%

100%

100%

Signaleringswaarden verplichte financiële kengetallen

Er is geen wettelijke normering voor de kengetallen. Het Ministerie van BZK heeft samen met enkele provincies, waaronder de provincie Gelderland, signaleringswaarden opgesteld waaraan de kengetallen kunnen worden getoetst. De signaleringswaarden zijn in 3 categorieën verdeeld, waarbij categorie A als minst en categorie C als meest risicovol wordt bestempeld.

Omschrijving

Signaleringswaarden

Categorie A

Categorie B

Categorie C

Netto schuldquote

<90%

90-130%

>130%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

<90%

90-130%

>130%

Grondexploitatie

<20%

20-35%

>35%

Gemeentelijke belastingcapaciteit

<95%

95-105%

>105%

Op verzoek van de auditcommissie worden de relevante financiële kengetallen ook grafisch weergegeven.




Toelichting financiële kengetallen

Netto schuldquote

Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. De netto schuldquote laat de hoogte van de schuldenlast van de gemeente zien ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een hoge netto schuldquote hoeft geen probleem te zijn. Een hoge schuld kan ontstaan doordat er leningen zijn afgesloten en die gelden kunnen vervolgens weer doorgeleend zijn aan derden die op hun beurt weer aflossen. Dan hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn.

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

De netto schuldquote wordt gecorrigeerd voor alle doorgeleende gelden zodat we weten hoeveel geld er is doorgeleend.

Solvabiliteitsratio

Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Als er een hoge schuld is en veel eigen vermogen, hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn voor de financiële positie. Daar is bijvoorbeeld sprake van als een lening is aangegaan omdat het eigen vermogen niet liquide is. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De mate van weerbaarheid geeft in combinatie met de andere kengetallen een indicatie over de financiële positie van de gemeente.

Grondexploitatie

Als gemeenten leningen hebben afgesloten om grond te kopen voor een project hebben zij een schuld. Bij de beoordeling van deze schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd. Van de opbrengst van de woningbouwprojecten kan immers de schuld worden afgelost. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Wanneer de grond tegen de prijs van landbouwgrond is aangekocht, loopt een gemeente relatief gering risico. Het is dus belangrijk om te kunnen beoordelen of er een reële verwachting is of grondexploitatie kan bijdragen aan de verlaging van de schuld. Staat de grond tegen een te hoge waarde op de balans en moet die worden afgewaardeerd dan leidt dit tot een lager eigen vermogen en dus een lager solvabiliteitsratio.

Structurele exploitatieruimte

Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerende zaakbelasting. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder rente en aflossing van een lening) te dekken.

Belastingcapaciteit

De onroerende zaakbelasting (OZB) is voor gemeenten de belangrijkste eigen belasting inkomst. De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of dat er ruimte is voor nieuw beleid. Om deze ruimte weer te kunnen geven is een ijkpunt nodig. De belastingcapaciteit wordt gerelateerd aan landelijk gemiddelde tarieven.
In de Meicirculaire van het Gemeentefonds staat een overzicht met de (ontwikkeling van de) gemiddelde lastendruk van de woonlasten van een meerpersoonshuishouden. Voor de gemeenten wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). Naast de OZB wordt ook gekeken naar de riool- en afvalstoffenheffing omdat de heffing niet kostendekkend hoeft te zijn, maar ook lager mag worden vastgesteld. Er is dan sprake van belastingcapaciteit die niet gebruikt wordt.

Niet verplichte financiële kengetallen

Naast de verplichte financiële kengetallen wordt op advies van de Auditcommissie een aantal niet verplichte financiële kengetallen opgenomen. Deze kengetallen worden gebruikt voor het op hoofdlijnen inzichtelijk maken van de financiële positie van de gemeente Zutphen.

Exploitatieresultaten

Jaarrek.

Jaarrek.

Jaarrek.

Jaarrek.

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Totale lasten

186.206

179.850

175.832

177.366

169.413

180.020

174.576

170.959

168.829

Resultaat vóór bestemming

16.889

9.633

2.134

-7.531

49

-384

-483

-1.786

-3.163

Onttrekking aan reserves

-39.101

-19.366

-15.623

-9.086

-2.512

-4.361

-2.706

-3.081

-3.033

Resultaat na bestemming reserves

-859

1.942

-3.281

-10.202

-

-

-

-

-

Reserves/eigen vermogen

Jaarrek.

Jaarrek.

Jaarrek.

Jaarrek.

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Algemene reserve

13.073

6.081

5.380

5.381

5.488

9.229

9.623

11.705

15.114

Jaarresultaat

859

-1.942

3.281

10.202

-

-

-

-

-

Financiering

Jaarrek.

Jaarrek.

Jaarrek.

Jaarrek.

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Reserves/eigen vermogen

50.188

43.351

35.996

36.606

32.240

43.189

43.673

45.458

48.621

Voorzieningen

7.946

8.663

10.204

11.834

11.346

11.116

10.304

9.733

9.792

Beschikbare middelen

174.077

181.840

182.237

181.808

165.138

157.997

158.979

151.848

157.369

Voorraden

30.615

27.371

27.924

15.554

14.238

7.282

4.973

4.973

4.973

Nog te financieren/ kortlopende financiering

-37.463

-26.323

-22.831

-12.349

-53.628

-46.580

-54.361

-55.036

-42.253

Risico's bouwgronden

Jaarrek.

Jaarrek.

Jaarrek.

Jaarrek.

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Voorraden onderhanden werk

30.613

27.371

27.924

15.554

14.238

10.385

7.281

4.581

3.249

Voorzieningen voor verliezen

10.948

11.338

5.494

4.973

5.494

4.973

4.973

4.582

3.250

Reserve GZ exploitatieresultaten

1.564

5.541

3.267

3.138

2.617

3.138

3.138

3.138

3.138

Bedragen x € 1.000

Een negatief bedrag is een nadelig resultaat

Deze pagina is gebouwd op 03/04/2022 13:52:07 met de export van 03/04/2022 13:40:25